Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Genoeglijke schilderijen uit Kiev

Krychevsky: ‘Portret van Halia Starytska’ (1906, 27,6 x 32,2 cm)
Krychevsky: ‘Portret van Halia Starytska’ (1906, 27,6 x 32,2 cm) National Art Museum of Ukraine

Tentoonstelling: Beelden uit de Oekraïense ziel. Kiev, 19de-eeuwse meesterwerken uit het National Art Museum of Ukraine. De Nieuwe Kerk, Amsterdam, t/m 9 juli 2006. Dagelijks 10-17 uur, 8 juni gesloten. Inl: 020-638 6909, www.nieuwekerk.nl

Wie de Oekraïne wil leren kennen hoeft niet verder te reizen dan Amsterdam. In de Nieuwe Kerk legt het land – sinds 1991 een zelfstandige republiek – op een bijna trouwhartige manier zijn ziel bloot. Ruim vijftig topstukken van het Nationale Kunstmuseum in Kiev zijn zes weken op bezoek: het onschuldige meisje met rode hoofddoek van Krytsjevski, Kolesnykovs Vroege lente in Podolian Gubernia (waarop je het smeltwater hoort ruisen langs de vet geschilderde aarde), en niet te vergeten het weiland met bijenkorven van Sergejev, waarvan men zegt dat het tot voor kort op de werkkamer van president Joesjtsjenko hing.

De schilderijen, van het begin van de 19de tot het begin van de 20ste eeuw, tonen een cultuur die enerzijds wenst mee te tellen in de wereld, en anderzijds vervuld is van nationaal streven. Zo schildert de gevierde nationalist Taras Sjevtsjenko omstreeks 1850 een welhaast pijnlijk Rembrandtesk zelfportret, en portretteert Ivan Selezniov in 1905 zijn vriend Danylov, met sigaret en palet, in een dandy-achtige pose die in de artistieke salons van West-Europa niet uit de toon zou zijn gevallen. Maar een van de klappers van de tentoonstelling, topstuk van het Kievse museum, is De bruid(1910) van Fedir Krytsjevski, en daar dient het internationale vakmanschap geheel het nationale sentiment. Een struise jonge vrouw in rijk en zwaar kostuum met bloedkoralen, goudbrokaat en rode sjerp staat, temidden van haar zusters, te stralen alsof zij haar vaderland een hele nieuwe generatie van sterke mannen en vrouwen belooft. (Aan de andere kant: folklore was óók een internationale mode. Een paar duizend kilometer deze kant op leefden schilders zich toen uit in het vereeuwigen van de kleurrijke pracht van de Markense klederdracht.)

Soms loopt het uit de hand, en krijgt het bloed- en bodemsentiment de overhand. Maar veel van de schilderijen zijn werkelijk een genoegen om naar te kijken, misschien juist omdat de Oekraïense kunstenaars hun effecten net iets dikker aanzetten dan hun westerse collega’s. Een schilderij met een gedekte tafel in een appartement, in 1909 geschilderd door Petro Niloes bijvoorbeeld, is een lust voor het oog, net als – op een heel andere manier – het geheimzinnige Avond aan de Dnjepr van Kostenko, waar de rivier zilvergrijs wegkronkelt in een vlakte van bruin, paars en roze. Van Ilja Repin, bij ons bekend door de succesvolle overzichtstentoonstelling in Groningen in 2002, hangt één mooi Grisaille-portret. Dat is alles wat het Kievse museum nog van deze beroemdste Oekraïense schilder bezit: de rest is in Moskou, Petersburg en in het buitenland.

De moderne tijd arriveerde laat in de Oekraïne; we zien alleen wat voorboden van modernisme, geschilderd kort voordat in 1917 de gruwelen van revolutie, oorlog en hongersnood losbarstten. Daarvan is op deze tentoonstelling nog niets te merken: hier is de toekomst nog veelbelovend.